Do ‘de Dip’ – deel I: een goeie dip

(Dit stuk is eerder gepubliceerd als ‘Even bijkletsen met gekneusd brein’, nu bewerkt tot onderdeel van een tweeluik over het doorworstelen van een terugslag.)

Hierbij het eerste deel van een tweeluik over het verzinken in een dip èn er weer uitkomen. Dit eerste deel gaat over het belanden in de dip en het uitzichtloze daarvan.

De dip

Ik heb al een paar maanden niet gepubliceerd en twijfelde erover of ik wat zou schrijven over deze ‘in-between’ tijd waarin ik me niet fijn voel. Ik vind het spannend om te vertellen dat ik me niet goed voel. Enerzijds omdat ik dan negatief overkom en anderzijds omdat ik mensen er ook niet mee wil bezwaren, of misschien preciezer, niet mee wil verzwaren.Dus: kies alsjeblieft of je wilt verder lezen!

De mooie kant

Ik heb wel vaker een tijd waarin in vaker publiceer en dan weer een tijdje niet. Het heerlijke van niet schrijven voor het geld is dat je de golven van je eigen inspiratie kunt volgen: is het winter vanbinnen, dan komt er niets uit, maar verzamel ik ongezien voedingsstoffen en rijpt er wat onder de grond. Dan ineens wordt het lente, of meteen zomer, dat kan ook, en spruiten de stukken eruit. Echt fijn om me zo aangesloten te voelen bij mezelf.

De lelijke kant

De lelijke kant, oké ietwat ongenuanceerd misschien, is dat ik de afgelopen maanden ronduit gehandicapt ben geweest. Ik heb er nooit veel over geschreven, alleen in deze post getiteld ‘De crisis’. Deze teruglezende valt me op dat ik de weg uit die crisis zocht in het psychologische. Nu, ruim vier jaar later moet ik concluderen dat ik veel gegroeid ben: ik sta steviger en met meer gereedschap in de wereld. Maar ook dat ik nog evenzeer last heb van de verstoorde prikkelverwerking waardoor ik moe ben en erg weinig kan.

Ergens nam ik aan dat als ik psychische problemen zou oplossen, die prikkelverwerking ook zou normaliseren. En dat als ik uit zou rusten, er was vast ook een burn-outachtige component, dan ook vanzelf de prikkelverwerking zou herstellen.

Well, niet dus. En nu is de prikkelverwerkingsstoornis mijn gevangenis geworden.

Gevangenis

Aangezien dit gegeven me zo emotioneert, ga ik proberen er zo snel mogelijk overheen te schrijven. Op het moment, sinds half oktober, is het zo erg dat ik de straat niet op kan: alle bewegingen en geluiden kunnen door mijn brein niet worden verwerkt. Er ontstaat file daar en uitputting volgt.
Ik kan nauwelijks bij mijn gezin zijn: als er meer dan één van hen thuis is, ben ik op mijn slaapkamer. Niet samen eten, spelletjes spelen, de deur uitgaan. Nihil sociale contacten, laat staan familiebezoeken, feestjes, etentjes et cetera. De leut van het leven is eruit. Hoewel… via Netflixfilms en video’s maak ik mee hoe leuk het ook weer was om te dansen, hard te lopen, te werken en naar een café te gaan en samen met iemand te lachen.

Werken zit er ook niet in en ik moet zo langzamerhand de hoop opgeven om terug te keren in mijn geliefde gebiedsontwikkelingscarrière. Ik had als ‘opbouwalternatief’ gekozen voor het hovenierschap. Maar ook dat kwam het afgelopen jaar niet verder dan twee keer twee uur per week werken en heb ik moeten opgeven.

Ik ben in de veertig. Wat ga ik nog doen de komende 30 à 40 jaar van mijn leven? Zinloosheid ligt te slapen op mijn drempel.

Perspectief

Over een paar maanden is het vast weer beter. Dat is het in mijn ervaring ook. Dat beter ziet er dan nog steeds niet echt goed uit, maar ik kan wel méér dan nu. Ik kan wél naar de bakker, misschien die twee uurtjes in de week werken en wel eens in de maand een vriendin kan ontvangen voor een kopje thee. Ik realiseer me steeds meer dat het wel eens zou kunnen dat het daarbij blijft. Dat ik gehandicapt ben, voorgoed. En ja, dat deprimeert me bij tijden diep. Maar gelukkig val ik ook nog wel eens ‘in het moment’ en dan is alles vaak helemaal goed.

Schuilt er toch nog een boeddhist in mij!

(In deze volgende post lees je hoe ik weer opkrabbel.)

1 Comment

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *